Bevers anno 2020,
Meneer de bioloog en Goofy de boswachter
wrijven opgewonden in hun klamme handjes van
geluk. Met de kin schurend over de grond op
zoek naar dat ene zeldzame sprietje gras
welke allang
uitgestorven had moeten zijn. Uitheemse gewassen
worden fel bestreden om
de vergane glorie tot in den treuren in
stand te houden. Toch lof aan al die mensen
die
het elke dag weer proberen.
Over
de aanwezigheid van de bever zijn de
meningen verdeeld.
Het is een prachtig dier. Maar dat zijn
wolven en beren ook.
In de grote waterrijke gebieden kunnen
bevers prima ongestoord hun gang gaan.
Echter op wateren zoals onze lokale
visvijvers kunnen deze mooie diertjes voor
behoorlijk wat overlast zorgen. De
onvermoeibare knager gooit de hele omgeving
op z’n kop en zet met z'n goudbruine bijters elke boom
om in geraspte kaas. Zijn burcht is nooit groot genoeg.
De meters
lange gangenstelsels ondermijnen vele
vierkante meters en hun glijbanen om in en
uit het water te komen blijken echte
bottenbrekers. Opletten dus!
Tussen 1988 en 1992 werden er nog eens 42 bevers
uitgezet in de Brabantse Biesbosch, enkele
jaren later ook in Limburg.
Al snel
groeide ook de
weerstand tegen het dier, met name op
plekken waar zijn niet te stoppen knaagdrang
problemen veroorzaakt, in onder meer de dijken.
Ooit met veel toeters en bellen teruggehaald
naar Nederland, nu verguisd in bijvoorbeeld
de provincie Limburg.
De laatste bevers werden in 1826
voor zijn mooie vacht doodgeslagen.
Onder bepaalde
voorwaarden mag het dier daar nu zelfs,
zo
vijftien jaar nadat in Limburg bevers werden
uitgezet, weer
deels
worden afgeschoten.
(Volgens een pol in het AD 2018,
Hoe
lastig ze soms ook zijn, bevers
mogen niet worden gedood Op
de stelling “Hoe lastig ze soms
zijn, bevers mogen niet worden
gedood was 59% het helaas oneens.)
|