Home Nieuws/updates Gastenalbum De visvijvers Penvissen Uitstapjes Visserslatijn Forum Links

E-mail

  Visvijvers en wanbeleid   (5 maart 2007 door Ben )  
     
 
 
Zo zou je het volgende verhaal kunnen noemen. Als getogen karpervisser kwam ik als Hollander, getrokken door de liefde in het mooie Limburg terecht. Het eerste wat mij te doen stond was het zoeken naar een thuiswater waar ik mijn sport ten volle kon beleven. Dat was schrikken zeg, hier geen water om de hoek, geen breed gezaaide polders of kanalen. Maar slechts een paar wateren die me niet echt konden doen warmlopen. Tot het moment dat ik ver versopt Zaarderheiken ontdekte en op die voorjaarsdag een heel warm gevoel kreeg toen ik rond dit water liep. Ik kon de karper als het ware ruiken, alles schreeuwde in mij dat dit het was en werd super enthousiast.

Hier zou het gebeuren, hier zou ik grote vissen pakken en de komende tijd leren kennen dat de natuur hier een eigen draaiboek had. Een oase van rust waar de dag zich meld met een ongelooflijk gefluit van vogels, het gekwaak van kikkers met voor mij het grote geluk ook regelmatig een ree te mogen aanschouwen. Ik had het paradijs ontdekt, dit was een parel voor de karpervisser. Op het moment dat ik daar mijn seizoen begon was de hengeldruk nog normaal te noemen. Voor mij was dit seizoen een toppertje. Ik ving inderdaad de grote vissen en wist twee maal mijn pr te verbeteren tot aardig boven de 30 pond. Het bestand was geweldig en het kon voor mij niet op. Ik was lid geworden bij de vereniging aldaar en leerde zo de mensen en vereniging kennen. Al gauw werd het mij duidelijk dat men de karpervissers eigenlijk niet zo moest en men niet verder kon denken dan de 9 meter die de vaste stok telt waarmee deze, toch op leeftijd, af en toe een poging deden een visje te vangen. Het verbaasde mij dat men als beheerder van het viswater zo weinig, kennis bezitten van het viswater, de visstand, het leefgedrag en het vissen zelf. Wel vond men het nodig om elk voorjaar vis te laten uitzetten in de vorm van voorn.

Het liefst 500 kg en als men dan twee weken later met de vaste stok geen vis je kon vangen werd er nog maar eens wat bijbesteld. Ik heb met deze heren vele gesprekken gevoerd over hoe men de kwaliteit van de vijver en het beheer hiervan kon verbeteren. Maar helaas zelfs het vermogen om te luisteren ontbrak. Mooie praatjes over het beschermen van het zo belangrijke paaigebied bleven altijd maar mooie praatjes. Helaas was het toen al bekend dat men op dit water mooie vissen kon vangen. Dit had tot gevolg dat er vele oosterburen het water leeg trokken omdat men er kwam vissen voor consumptie, waar echt helemaal niets werd tegen gedaan. Men zat in het hokje tegen een houten wandje aan te kijken terwijl aan de andere kant van de vijver de karpers de achterbak van een auto ingingen. Zelf als men aangaf dat dit gebeurde was men te beroerd om uit het hokje te komen. Zo is er in drie jaar tijd een invasie geweest van nachtvissers en stropers waardoor het water is stuk gemaakt. Ik sprak nog wel eens een van deze vissers die dan in geuren en kleuren vertelde dat hij er vorig seizoen niet minder als 300 kilo boilies had in gekieperd. Hoe de vereniging met het water bezig was bleek toen ik vroeg waarom ik als lid nooit werd uitgenodigd voor een ledenvergadering terwijl ik dat toch al menig keer verzocht had. En hierbij het verzoek deed of ik een financieel jaarverslag kon krijgen.

Hierop gingen er wenkbrauwen omhoog en kreeg ik als antwoord dat als ik dat wou ik maar naar zijn huis moest komen om het kasboek in te zien want hij was geenszins van plan om dit met leden te delen. Daarbij werd mij nog even medegedeeld dat ik immers karpervisser was en alleen maar lid was voor de vergunningen. U zult begrijpen dat toen voor mij de maat vol was en ik het lidmaatschap niet heb verlengd. De twee jaar daarna is deze parel zijn glans kwijtgeraakt. Daar ik geregeld nog steeds polshoogte neem kan ik zeggen dat onderhoud slecht is en de heren nog steeds in het hokje zitten. De vangsten zijn tot een minimum gedaald en de karper die er nog huist is zwaar aan dressuur onderhevig. Dat de loslippigheid of het delen van een verhaal over een gevangen grote vis hier debet aan zijn dat is zeker. Maar dat het niet ingrijpen van de beheerder van het water of het bejaarde bestuur van de vereniging hier een hoofdrol in heeft gespeeld dat is zeker.

Deze parel is gestorven en dit had voorkomen kunnen worden als men het oude denken is had laten vallen en maatregelen had genomen. Dit is slechts een voorbeeld van een vijver bij naam. Let wel dat er meerdere vijvers in de regio zijn die hetzelfde scenario volgen. Jammer toch dat veel besturen van visverenigingen uit oude mannen bestaan die de karpervisser als hun vijand zien.

Groeten  Ben.