Home Nieuws/updates Gastenalbum De visvijvers Penvissen Method-Pellet Feeder Visserslatijn  facebook Links

Contact

. .
.
 Hengeltje bijna kwijt? (2 september 2007)
 

Roversheideplas, 28/ augustus. Het is wat nevelig en de voorspellingen voor deze dag zijn goed op een enkele miezelbui na. Gewapend met paraplu en een berg goede zin om te vissen, zijn we die dag begonnen in het aardedonker. Je merk al goed dat de dagen korter worden, want nog geen week geleden was het nog licht om deze tijd. Ik had me verschanst op de verharde invalidenplaats, welke normaal door de drukte van medevissers beslist niet mijn eerste keuze zou zijn. Maar toch, ik had er een goed gevoel bij.

Er zijn daar diverse grotere lelievelden en er wordt nauwelijks gevist op die plek, juist ook omdat het zoveel lijntjes kost. Ach, dat maakt het alleen maar spannender. Nog even wachten, het wordt al lichter. De spulletjes kunnen al langzaam worden opgebouwd. Een paar kleine voerplekjes maken en nu maar wachten dat je pennetje het water in kan. Rond deze tijd is het zo mooi aan de waterkant en na mijn mening de vangkans het grootst. De eerste ijsvogeltjes zijn al wakker en ik zie op de plek waar de roeiboot ligt, een eerste teken van karper. Ik heb op dat moment alleen bezoek van witvis, want mijn dobber danst inmiddels heen en weer op het water. Huub, die tegenover mij in de zelfde hoek zit, heeft al snel genoeg beet. Ik zie hem kramachtig gebogen staan, want de karper wilt niets liever dan terug het lelie veld in. Hij heeft geluk want de lijn begeeft het en Huub staat met lege handen. Geen punt, er komen vast nog meer kansen. Ondertussen begint er ook wat meer actie aan mijn kant te komen. De oren gloeien, de slaap die ik zojuist nog had is compleet verdwenen. Ineens een kolk en grote golven rollen weg vanuit mijn plek. Kut!…een lijnzwemmer. Hij heeft de lijn gevoeld en maak zich uit de “voeten”.

Huub die nu een meter of tien links van mij is gaan zitten heeft weer beet, ik riep nog, nee he!! Hij weer! Deze keer lukte het hem wel en kon een leuke karper landen. Inmiddels werd het al later en ik besloot mijn tactiek iets te veranderen. Iets verder van de kant dan maar.

Nu lag mijn pennetje ongeveer een drie meter van de kant op de rand van het lelie veld. Het vertrouwen om die dag nog wat te vangen was gezonken tot een nulpunt. Geen punt, want dit kun je verwachten op deze plas. Wat je echter ook op deze plas kunt verwachten dat de aanbeten zo agressief zijn dat je amper de tijd krijgt om teens, dat ik iets of wat afgeleid wordt door een vogeltje of een rond springend visje. Plots, en met een mega ruk vliegt mijn hengel naar voren en glipt zo uit m`n handen. Omdat mijn molen heel even achter een opstaand randje blijft hangen, kan ik er nog net bij. Met mijn hart in de keel, spring ik op en schop in mijn enthousiasme mijn stoel en alles in de omgeving aan de kant.

Gek eigenlijk, ik ben zo zuinig op mijn spullen, toch als ik aan het drillen ben, interesseert me alleen de vis. Het was nog een hele opgave, om te zorgen dat hij niet net als die van Huub eerder die morgen zou verdwijnen, in een van de drie omliggende lelievelden. De ruimte is daar maar  klein. Door hem bewust naar de obstakels toe te trekken gaf hij het snel genoeg op en kon ik hem met behulp van een toeschouwer scheppen. Het was geen grote, misschien een pond of 17/18, maar wel een gezonde dikke jongen. Mijn dag is weer gered, mijn hengel ook. Het is maar een oude stok (3lbs 3.90 van “Andy little”) en de molen is ook niet de duurste. Maar ik wil hem nog niet kwijt. Dit verhaal staat ook niet op zichzelf, want het is met vaker gebeurt en het is een wonder dat ik dat ding nog heb. Ook dit moment zal me nog lang bij blijven. Tevreden konden we deze dag weer afsluiten en kijken al weer uit naar de volgende.